top of page

Inspiratie 

Race verslagen, routes en andere toffe lopers content! 

TOR330 - TOR DES GÉANTS

  • Foto van schrijver: Luuk van der Jagt
    Luuk van der Jagt
  • 4 jan
  • 19 minuten om te lezen

Een non-stop trailwedstrijd van 330 kilometer in de Italiaanse Aosta vallei, met 24000 hoogtemeters. Een beuker van een wedstrijd waar ik al lang over droom. Deelnemers hebben maximaal 150 uur om de route af te leggen maar alleen de helft van de deelnemers zal de finishlijn in Courmayeur halen.



‘een van de zwaarste ultra-trailwedstrijden ter wereld’

Ineens krijg ik een e-mail dat ik ben ingeloot. “Uh Jess, die hardloop sabbatical? Dat gaat dit jaar echt niks worden. Ik ben ingeloot voor de TOR330. Dit gaat een uitdagend ultra jaar worden met waanzinnig pittige wedstrijden.”



4 augustus, training 111, een ochtendloopje van 11 kilometer


Het is inmiddels alweer twee weken geleden dat ik aan de start stond van Crossing Switserland. Het herstel gaat onwijs voorspoedig en in mijn hoofd ben ik al voortdurend bezig met de TOR. Echt bizar, ik heb mij na het finishen van zo’n grote ultra wedstrijd nog nooit zo goed gevoeld. Dit geeft echter ook vraagtekens, heb ik wel alles gegeven tijdens de wedstrijd? Of weet mijn lichaam en geest dat het afzien nog niet voorbij is en dat het zich snel klaar moet stomen voor de volgende wedstrijd?


Vragen waarvan ik zelf het antwoord niet van weet. Ag wat maakt het uit, hoe mooi is het dat ik mij nu volledig kan voorbereiden op de TOR.


De voorbereidingen


De route van de TOR330 is volledig gemarkeerd met vlaggetjes. Om de 7 á 10 kilometer is er een aidstation en om de circa 50 kilometer is er een lifebase. Echt een groot verschil met Crossing Switserland waarbij je zelf moest navigeren en waarbij de afstanden tussen de verschillende aidstations soms groot was.

Dit wetende wil ik zo licht mogelijk lopen en kies ik voor een compact racevest (salomon adv skin 12). Twee softflasks van 500ML en een reserve softflask met waterfilter, just in case. Jess kan mij de gehele race verzorgen, dus qua voeding hoef ik ook niet al te veel mee te nemen in mijn racevest. En de kinderen dan? Mijn moeder en tante komen ook richting Italië en zullen de gehele race op Bodhi passen. Super fijn. Oos daarin tegen zal de gehele race met Jess mee gaan in verband met de borstvoeding. Niet echt ideaal, maar het is niet anders.


Vertrek richting Aosta, Italië


Het is zover, 4 september rijden we met het hele gezin richting Italië. Dit keer zonder aanhanger, tent en alle kampeerzooi. Omdat we korter in Italië verblijven en we niet de kampeerstress willen, hebben we ervoor gekozen om in een AirBnB te overnachten. Omdat we korter in Italië zijn, betekent dit ook dat ik niet de luxe heb om goed te acclimatiseren aan de hoogte en om mij daar op locatie minder goed voor te bereiden op de wedstrijd. Het is wat het is.


6 september - 2 dagen voor de start


Een ding is zeker, ik wil nog een pre shuffle doen voordat de wedstrijd begint. Even een stukje lopen, klimmen en dalen. Maar vooral even naar hoogte. Ik kijk op maps en ik zie een route naar een top van 2611 meter, genaamd Pointe Chaligne. Perfect, hardloopschoenen aan en go! Pff.. Het is werken, ik kan goed merken dat ik nog niet geacclimatiseerd ben. Rustig hobbel ik door naar de top, en ja nu niet op mijn bek gaan. Focus. Eenmaal op de top aangekomen geniet ik van het uitzicht over de Aosta Vallei en bedenk ik mij waar ik over twee dagen zal lopen.


Ophalen startnummer in Courmayeur


De volgende ochtend word ik wakker en ik stap mijn bed uit richting de wc. Damn! Dit meen je niet, ik voel bij iedere stap die ik zet waanzinnige spierpijn. En je weet wat ze zeggen ‘de tweede dag is de spierpijn het ergst’ oftewel bij de start van de wedstrijd. Lekker handig Luuk, amateur. Ga je niet in aanloop van een wedstrijd op je bek, nee heb je super erge spierpijn in je bovenbenen.


Om 12:00 uur kan ik mijn startnummer ophalen in het sport center van Courmayeur. Ik heb er zin in en wil graag de sfeer proeven. De meeste lopers herkennen allemaal wel het beeld van de gele TOR dropbags die netjes liggen opgelijnd in de sporthal. Dit beeld zal ik snel met eigen ogen ervaren.



We willen vroeg vertrekken zodat we er op tijd zijn. Het zal wel een lange wachtrij zijn bij het ophalen van het startnummer. Eenmaal aangekomen in het sportcenter krijgen we allemaal een nummer en moeten we een app downloaden. In de app zie je een 5 tal nummers staan, heb jij een van de nummers dan mag je je startnummer halen. Echt een topsysteem. Hierdoor hoef je niet in een rij te staan wachten en kan je gewoon rustig met een bakkie koffie ergens wachten. Bij het ophalen van mijn startnummer wordt mijn racevest helemaal niet gecontroleerd. Toch wel apart, meestal moet je verplichte items mee hebben zoals bijvoorbeeld spare batterijen voor een hoofdlamp etc. Dit lijkt toch op eigen verantwoording.



Zondag 8 september 10:00 - Start TOR330


Er zijn twee start waves, één om 10:00 uur en één om 12:00 uur. Ik zal in de eerste start wave starten. Er doen dit jaar circa 1100 deelnemer mee met de TOR330. Voor mijn gevoel staat heel Courmayeur/Aosta in het teken van de TOR. Het is een waanzinnig groot event en alles kleurt in de kleuren van de TOR. Bij de start is het dan ook een gekkenhuis van lopers en supporter. Ik realiseer mij dat het eindelijk zover is, een moment waar ik lang over heb gedroomd en nu sta ik er! De tune van Pirates of the Caribbean start, het aftellen is begonnen! Kippenvel.



We zijn los, het avontuur kan beginnen. Ik heb mijzelf voorgenomen om snel te starten zodat ik de menigte voor ben bij de eerste klim. Bij iedere stap die ik zet voel ik de hevige spierpijn, maar dat weerhoud mij niet om te starten met een tempo van 4:20. Dit tempo slaat echt nergens op, maar toch doe ik er aan mee. Langs de straatkanten klinken de luide koeien bellen en de aanmoedigingen van supporters.

We zijn nog maar net onderweg en het begint met regenen. Ik heb het warm, mijn hartslag is hoog en ik voel aan alles dat ik rustiger aan moet doen. Dit is tevens een van mijn val kuilen, ‘te snel starten’.


Om 12:45 uur kom ik aan bij het aidstation in La Thuile op 19,5km. Jess, de kids, mijn moeder en mijn tante staan hier op mij te wachten. Ik blijf hier kort, doe alleen wat nodig is en vertel Jess dat ik last heb van mijn spierpijn. Mijn mond wordt snel gesnoerd met een stuk pizza, waarna ik mijn weg vervolg.



Zondag 8 september 18:57 - 1e lifebase Valgrisenche

48 kilometer - 4338 D+ en 9 uur onderweg


Om 19:00 uur kom ik aan op de eerste lifebase. De afgelopen etappe was pittig, twee zware bergpassages op circa 2800m hoogte. Desondanks ben ik toch 2 uur eerder dan gepland. Jess heeft alles al klaarstaan, en we doen een snelle refill. Het is een geoliede machine! Er staat een flinke klim voor de boeg naar Col Fenêtre wat ligt op een hoogte van 2843 meter. Er bestaat zelfs een mogelijkheid dat er sneeuw ligt en dat je stijgijzers mee moet nemen in je racevest. Ik denk bij mezelf dat het allemaal wel mee zal vallen en besluit zo eigenwijs als ik ben om ze in mijn dropbag achter te laten.


Gelukkig, het valt mee met de sneeuw. Ik klim langzaam omhoog en zoals altijd komt er geen eind aan. Het regent nog steeds en ik begin het koud te krijgen. Het begint donker te worden. Het prachtige decor van de afgelopen uren begint te veranderen. Het wordt donker, een nieuwe dimensie waarin het zicht niet verder rijkt dan het licht van je hoofdlamp. Daardoor krijg je meer ruimte voor gedachten. Voor mij geen probleem, want ik geniet ook van deze momenten. Maar toch komen de eerste negatieve gedachten al opzetten. Waarschijnlijk omdat ik het koud heb, honger en last van mijn spierpijn heb. Ik relativeer het en loop door naar het volgende aidstation waar ik Jess weer zal zien.


Helaas geen Jess op de aidstation


Ik kom aan op aidstation Rhemes Notre Dame maar helaas geen Jess die op mij staat te wachten. Achteraf was Jess druk bezig met een maaltijd opwarmen voor mij en had ze mij nog niet verwacht, dus keek niet naar de lopers die al aankwamen. Het is wat het is en besluit gelijk door te gaan. Uit mijn racevest pak ik mijn geplastificeerde papiertje. Hierop staat belangrijke informatie van de etappe, zoals hoogte profiel, afstand tot de aidstation etc. Ik zie dat ik nog een klim heb naar Col Entrelor op 3004 meter hoogte waarna ik weer afdaal naar het volgende aidstation Eaux Rousses. Ongeveer een afstand van 15 kilometer, ik probeer het tempo erin te houden zodat ik het niet nog kouder krijg. Phoe, ik hoop toch echt dat ik Jess hier even zie zodat ik mij warmer en droog kan aankleden.


Leuk die gedachten, maar focus je nu eerst maar op het lopen!

Pats, boem! En ja hoor, daar ik lig ik. Ik baal van mijzelf, dit kan ik er nog wel bij hebben. Ik ben duidelijk veel te veel bezig met de negatieve gedachten. Oftewel het duiveltje in mijn hoofd wat nu al begint te knagen aan mijn brein. Ik vind het absurd dat het duiveltje nu al aanwezig is, we zijn eigenlijk nog geen eens begonnen met de race. En juist dat maakt mij onzeker, dit gaan een lange weg worden…


Aidstation Eaux Rousses


Jess citeert aan de crew op afstand: ‘’Luuk is niet lekker binnengekomen, misselijk en daarom heel weinig gegeten en gedronken. Misschien komt het door de hoogte? Hij heeft het koud en hij mist de power. Het gaat niet naar zijn zin. Hij heeft het zelfs kort even over stoppen gehad?!’’



Maandagochtend 03:15 uur kom ik als een natte vaatdoek aan op Eaux Rousses. Wat ben ik blij om Jess weer te zien. Ik vertel haar hoe ik mij voel misschien wel op de hoop dat ik wat medelijden krijg? Natuurlijk krijg ik dat niet, wat denk jezelf. Kom op man! En ze heeft helemaal gelijk. Het is wat het is en ik heb er mee te dealen! Uit ervaring weet ik als geen ander dat mijn gemoedstoestand een golvende beweging is. Daarom vind ik dit soort ultra wedstrijden zo waanzinnig interessant. Elke wedstrijd, ieder avontuur leer je weer nieuwe dingen over jezelf. Dat neemt niet weg dat het nu makkelijker is om uit die omlaag bewegende golf te stappen.


Tijd voor een powernap. Even goed opwarmen, eten en drinken waarna ik even 20 minuten mijn ogen sluit terwijl ik mijn hoofd neerleg op de picknicktafel (deze manier van powernappen is iets wat ik deze race bewust meer heb ingezet). Ik word na 20 minuten vanuit mijzelf weer wakker. Alsof het lichaam het gewoon weet, de klus is nog niet plat. Werk aan de winkel! De powernap heeft mij goed gedaan, zowel fysiek als mentaal voel ik mij een stuk beter. Het is inmiddels ook gestopt met regenen en het is tijd voor een flinke klim naar het hoogste punt van de race ‘Col Loson’ op 3294 meter. Ik heb mij goed aangekleed, want zelfs mijn donsjas en regenjas gingen beide aan. Ik zal het niet meer koud krijgen deze dag.


Col Loson 3294m


Ik heb mijzelf voorgenomen om het gewoon te accepteren dat dingen niet zo gaan als ik had gewild. Terug naar de essentie, het hier en het nu, oftewel genieten!


In de verte zie ik Col Loson, wat ik ook zie is dat de col bedekt is met een laagje sneeuw. Tof! Tijdens de klim haal ik andere lopers in die druk bezig zijn met het bevestigen van hun stijgijzers. Tja,. die heb ik eigenwijs niet meegenomen. Zolang het sneeuw is heb je altijd wel voldoende grip denk ik bij mezelf. Maar helaas, het is glibberen en glijden en bij elke stap die ik zet hang ik in mijn Leki stokken. Onder het laagje sneeuw ligt ook nog een laagje ijs, amateur. Met handen en voeten waan ik mij een weg omhoog naar de top. Eenmaal boven word ik beloond met een prachtig uitzicht!



Maandag 9 september 11:01 - 2e lifebase Cogne

104 kilometer - 9281 D+ en 24 uur onderweg


Altijd lekker om over het 100 kilometer punt heen te zijn, ik moet er wel bij zeggen dat het voelt of dat ik al 300 kilometer heb gelopen. Op de lifebase inspecteren we weer mijn voeten en voeren we het nodige onderhoud uit. Drogen, smeren, droge schoenen en niet te vergeten een nieuw paar teensokken. Want zoals jullie weten heb ik een fetisj voor nieuwe sokken.


Tijdens het eten is Jess alweer druk bezig om met een föhn mijn schoenen te drogen, zodat ik bij de volgende aidstation weer een paar droge schoenen heb. Wat een topper. Ondanks het slechte weer zien mijn voeten er nog goed uit. Zeker in vergelijking met andere lopers. Op de lifebase werken we weer het hele riedeltje af, refill racevest, accu’s hoofdlampen vervangen, Garmin horloge opladen, nieuw GPX bestand inladen, Garmin Inreach opladen, weersverwachtingen en route checken etc. Nadat alles op de checklist is afgevinkt ben ik klaar om weer te gaan. O nee, eerst nog een vers klaargemaakt omeletje naar binnen werken.


Bodhi verblijft bij mijn moeder en tante en zo af en toe komt ze langs op een van de aidstations. Oos hangt in de draagzak bij Jess, hij vindt het geweldig even quality time met mama en op de aidstations kan die even knuffelen met papa.


Tijd om weer te gaan! De volgende etappe naar lifebase Donnas ziet er kwa afstand en hoogtemeters goed uit. Circa 46 kilometer, 1300 meter stijgen en daarna afdalen naar het laagste punt van de race. Het gaat een mooie dag worden, een mooie, warme dag. Zowel het weer als mijn mindset zijn compleet omgeslagen, we gaan rocken!


Maandag 9 september 22:44 - 3e lifebase Donnas

150 kilometer - 12000 D+ en 35 uur onderweg


Elf uur later kom ik aan op lifebase Donnas. Ik voel mij goed maar ik kan wel een powernap gebruiken. Niet gek, want na 35 uur heb ik pas 20 minuten mijn ogen dicht gehad. In het raceplan ben ik hier ook vanuit gegaan. Uit ervaring weet ik dat ik rond circa 35 uur een powernap moet gaan pakken om helder van geest te blijven. Snel even eten en een klein beetje opfrissen. Ik heb mijzelf voorgenomen om tijdens deze wedstrijd geen douche te nemen vanwege de tijd die het in beslag neemt. Na 40 NeverSecond energie gelletjes is het een genot om mijn tanden te poetsen waarna ik mijn ogen sluit. Het plan is een powernap van 90 minuten maar na 1 uur kom ik al de slaapzaal uitzetten. Het was rumoerig in de slaapzaal. Na 3 keer wakker geworden te zijn geef ik het op. Mijn positie in de wedstrijd is redelijk goed, 80/1100 deelnemers. Laat staan hoe het in de slaapzalen is een paar uur later.



Jess heeft in de tussentijd alles weer klaar gemaakt en al snel ben ik weer klaar om te gaan. We zijn een top team!


Bijzonder rustig op de route


Hoe druk het aan de start was, hoe rustig het de afgelopen dag is met lopers. Ik kom nauwelijks andere lopers tegen. Ik vind het fijn om alleen te zijn en de enige taak die ik heb is de ene voet voor de andere te plaatsen. Klinkt eenvoudig toch? Hmm, ik bedenk mijzelf dat het duiveltje ook al een tijdje niet meer om de hoek is gekomen. Waar zal die zijn? Ik probeer mij alvast voor te bereiden op zijn komst. Want vroeg of laat zal die weer komen…


Het begint weer licht te worden, dit geeft mij zoveel meer energie. Daar kan geen gelletje, drinkmix of cafeïne pil tegenop! Dit gevoel versterk ik met een lekker muziekje. De benen zijn nog steeds zwaar, dit gaat ook niet beter meer worden, maar desondanks kan ik er aardig mee lopen!


Helaas, het gevoel was voor even. Het parcours begint te veranderen en is lastig te belopen. Ik kan dus weinig tempo maken en dus echt hardlopen. Ik spring van het ene blok naar het andere rotsblok. Door deze klappen begin ik ik weer de hevige pijn aan de onderkant van mijn voeten te voelen. Iets waar ik elke grote ultra mee te dealen heb. Ik probeer het allemaal te relativeren en te genieten van die omgeving en mijn muziek. Hierdoor geef ik zo min mogelijk ruimte aan het duiveltje.


Om 17:00 uur, veel later dan verwacht kom ik bezweet aan bij aidstation Niel-Dortoir La Gruba op 190 kilometer. Phoe.. Wat een etappe, niet door te komen en wat was het warm! Ook niet handig, dat ik mijn pet was vergeten bij de vorige post. Ik plof neer op het gras en zet een grote fles frisdrank op mijn mond. Fijn om Jess weer te zien en even iemand te hebben om mijn verhaal mee te delen. Ook vind ik het fijn om te horen hoe het met haar gaat en hoe het met de kids gaat. Even een korte powernap op het gras en na 20 min maakt Jess mij weer wakker en verlaat ik de post.



Achteraf hoorde ik van Jess dat zij bij die post met al haar tassen, of eigenlijk, al mijn spullen, een steile klim weer naar de auto moest lopen. En Oos was natuurlijk ook met haar mee. Gelukkig zijn er lieve vrijwilligers die Jess toen hebben geholpen om alles mee te nemen naar de auto. Voor Jess zijn het ook zware dagen, want ik slaap weinig, maar zij slaapt ook maar korte stukjes in een (hele comfortabele) autostoel. Dr maaltijden bestaan uit mijn restanten eten en af en toe kan ze aanschuiven bij mn moeder en tante of zit ze in een koffietentje met een croissantje. Zo zie je maar dat zo’n individuele wedstrijd, toch eigenlijk een teamprestatie is waarin alles moet kloppen.


Colle Lazoney 2394 hoogtemeters


Het begon gelukkig alweer wat af te koelen, dus ik klim omhoog naar Colle Lazoney en vervolgens daal ik af naar 1375m. Een goed beloopbaar stuk waar het tempo er goed in zit. Dit versterk ik met Rammstein in mijn oren. Eerder dan verwacht kom ik in het donker aan bij de volgende lifebase.


Dinsdag 10 september 21:15 - 4e lifebase Gressoney

204 kilometer - 18000 D+ en 59 uur onderweg


Het eten op de aidstations komt echt mijn neus uit. Misschien ben ik verwend door SwissPeaks, daar was het eten veel afwisselender. Pasta en soep, dat is eigenlijk wat ik de afgelopen dagen heb gegeten, dus als ik Jess met een pizzadoos aan zie komen, dan word ik daar erg gelukkig van. Ik krijg hem niet helemaal op, maar de resterende stukken gaan in een zipper en neem ik mee voor onderweg. Ik ga hier weer even een powernap doen van driekwartier is de planning. Alleen na driekwartier komt Jess tot de conclusie dat ze de slaapzaal niet in mag. En jaa.... Vertel maar eens aan die vrijwilliger hoe Luuk eruit ziet. Ze zien er allemaal vermoeid en verrot uit, hardloopkleren aan, stinkend in een slaapzak en snurkend. Die man kwam zonder Luuk weer terug en vertelde dat hij niet wist wie hij nou wakker moest maken. Hij bleef maar met iedereen kletsen hoe we dit op konden lossen, maar hoge uitzondering, Jess mocht mee naar binnen om mij wakker te maken. Hoe ingewikkeld kan het zijn.



We gaan de derde nacht in. Dit was een pittige en koude nacht. Ik kan mijn ogen nauwelijks open houden en ik hoor weer dingen die er niet zijn. Er zit weinig tempo in, maar dit heeft iedereen, want ik ben al een hele tijd niet ingehaald terwijl ik overal lampjes zag achter mij. Om half 6 in de ochtend kom ik uiteindelijk bij Champoluc aan. Jess kon hier helaas niet komen, want de weg was niet te doen om veilig hierheen te komen. Dan maar zelf even alles in de oplader doen, want mijn oortjes gebruik ik nu heel veel, dus die moeten nodig in de oplader. Ach man.. Ik kan mijn ogen amper open houden. Op dit punt van de race hebben cafeïne pillen geen effect meer. Het enige wat werkt tegen kou en vermoeidheid is mijn lichaam voorzien van goed eten. Ik doe even mijn ogen dicht en vraag of de vrijwilliger mij over 20 min wakker wil maken. Maar na 20 min is het nog donker en zeg ik lekker eigenwijs dat ik nog een keer 20 min wil slapen. Daarna zie ik de zon opkomen en hoop ik dat de zon en het eten mij snel weer opwarmen. Op naar Col de Nannaz op 2700 hoogtemeter.


De gehele race blijf ik gemiddeld op de 85e plek. Dit is eigenlijk bijzonder goed, terwijl ik eigenlijk al vanaf de start mentaal en fysiek niet echt in topconditie ben. Het is een doorlopende strijd waar ik het beste uit wil halen. Dit zeggende weet ik nog niet dat het ergste nog moet komen.




Woensdag 11 september 11:57 - 5e lifebase Valtoumenche

238 kilometer - 21000 D+ en 74 uur onderweg


Na 13 lange uren zie ik eindelijk mijn crew weer! Jess, de kids, m’n moeder en m’n tante zijn naar Valtoumenche gekomen om mij aan te moedigen. Ze schrokken ervan hoe ik eruit zag, maarja, wat wil je na 74 uur lang rennen door de bergen. Je doet een aantal jasjes uit. Mijn schore stem begroet ze en ik laat Bodhi mijn gevonden steen voor haar zien. Wauw! Bodhi had voor mij ook een steen gevonden, alleen die was zo groot, die nam ik maar niet mee in mijn racevest. Even rustig bijkomen. Omdat ik Jess zo lang niet heb gezien wat niet de planning was, heb ik alle gels en alle noodgels opgegeten. Ik mis vast voedsel en heb zeker een refill nodig. Een kus en knuffel van de kids doet ook een hoop goed en het is tijd om weer te gaan. Nog een kleine 100 kilometer!


Oog in oog met een steenbok


Ik bevind mij hoog in de bergen, de komende 36 kilometer zal ik op hoogte blijven. Langzaam begint het weer te veranderen, wolken stapelen zich op, het begint te waaien en de temperatuur daalt. Altijd bijzonder hoe snel het weer in de bergen kan veranderen. Ik ben in een compleet andere wereld waarbij mijn zicht niet verder dan 10 meter ver rijkt. Ik heb nog steeds pijn, maar geniet. Ik ben dankbaar dat ik hier mag zijn. En ja hoor, daar is die weer! Meneer de steenbok. Ik vind het bijzonder, een imposant krachtig dier, elke race zoekt hij mij op en kijkt hij mij doordringend aan. Zelf ben ik ook een steenbok qua sterrenbeeld. “Een steenbok stelt hoge eisen aan zichzelf en geeft nooit op. Dankzij zijn toewijding en doorzettingsvermogen gaat hij door waar anderen al lang afhaken.” Het is iets magisch en geeft mij kracht die ik de komende uren zeker nodig ga hebben.




Die nacht is het echt hondenweer. Harde windstoten en hagelbuien brengen mij bij iedere stap uit balans. Bij dit soort extreme weersomstandigheden voel ik mij eigenlijk op mijn best. Het klinkt raar, maar op zo’n moment haal ik daar heel veel voldoening uit. Ik kom zeiknat aan in een berghut en ik vraag aan de vrijwilligers hoe de komende etappe eruit gaat zien en wat het weer gaat doen. Ze gaven aan dat je hier op een goed bed kon slapen en hierna eigenlijk niet meer, dus ik besluit om hier eventjes mijn ogen dicht te doen en mij voor te bereiden op nog meer regen en slecht weer. We zitten deze gehele nacht rond de 2700 meter met technische passages, waar alleen maar bivak hutjes zijn en waar eten en drinken via de helikopter komt. Om jullie even een beeld te geven.


Na het hoogste punt bereikt te hebben is het tijd om af te dalen naar 1350m. Ik voel langzaamaan de energie wegstromen en voel mij een zombie. Afgelopen uren waren pittig. Was het de hoogte? Was het omdat we al zolang onderweg zijn? Was het de vermoeidheid? Was het gewoon even alles bij elkaar? Dit zorgde er in ieder geval wel voor dat het duiveltje weer even op kwam zetten. Ik krijg hem niet weg en begin weer dingen te zien die er niet zijn. Ik heb slaap nodig!


Om half 4 zie ik Jess weer. Ik ben een beetje misselijk, wil eigenlijk niet eten, maar toch eet ik een instant noodles en wat chips en verplaats ik mij naar een veldbedje in een verwarmde tent. We pakken hier iets meer slaap, waardoor we het laatste stuk in 1 keer door kunnen rocken. Het bijkomende voordeel hiervan is, is dat het langzaamaan weer licht wordt en dat dat ook een stuk meer energie geeft.




Donderdag 12 september 10:51 - 6e lifebase Ollomont

286 kilometer - 25700 D+ en 97 uur onderweg


Ik kom aan bij de laatste lifebase en zie Bodhi al in de verte met een zelfgemaakt spandoek staan. Ze komt op mij af rennen en we knuffelen elkaar. Een korte stop met een lekker appeltaartje en een vers bakkie koffie. Wanneer ik weg wil gaan krijg ik de vraag of ik mijn stijgijzers wel in mijn vest heb zitten, want dit is vanaf nu verplicht. Deze zal ik hoogstwaarschijnlijk nodig gaan hebben, want er is sneeuw voorspeld komende nacht. In mijn hoofd ben ik al bezig met een berekening hoe laat ik de finish zal gaan halen. Moet ik dan echt nog een nacht doorgaan?


Ik ben nog maar net Col de Champillon over en mijn darmen beginnen te borrelen. Normaal is dit geen probleem en zoek ik een heerlijk plekje op, maar nu is het een open afdaling en een drukte van jewelste. Dit omdat andere afstanden van de TOR ook begonnen zijn. Bij elke stap die ik zet komt er een dot gas mee. Owjee, bij het eerste rotsblok dat ik zie trek ik toch maar m’n broek naar beneden. Wat moet, dat moet. Ik voel mij herboren!


Het is een looiend stuk tot ik Jess voor de laatste keer ga zien. De kilometers gaan snel, ondanks dat ik nog steeds moet dealen met de pijn en mijn mentale en fysieke mankementen. Om half 6 ’s middags kom ik aan bij Saint Rhemy en Bosses. Ik maak mij klaar om de beruchte Col de Malatra te trotseren. Het gaat niet makkelijk worden, want er is momenteel een sneeuwstorm gaande op die passage. Ik probeer goed te eten, leg mijn hoofd nog eventjes op tafel, kleed mij goed aan en geef Jess een kus. Tot bij de finish!


Een paar uur later bevind ik mij in een winterwonderland en is het erg koud. M’n softflask is voor het eerst bevroren. Dit is mij nog nooit gebeurd. Eigenlijk heeft het wel iets. Deze wedstrijd krijg ik niet cadeau en zelfs op het laatste punt word ik nog op de proef gesteld. Verkleumd kom ik aan in Rifugio Pier Giorgio Frassati op 2550 meter. Dit is de laatste post voordat ik Col de Malatra (2920m) overga. Het is druk op deze post. Lopers kwamen binnen alsof ze vanaf de Noordpool kwamen. Vanaf hier geldt er een procedure dat we in groepjes de Col over moeten in verband met de veiligheid. Ik vul mijn softflask met warme thee met suiker en vervolg mijn weg omhoog. Het is grappig om te zien dat mijn lichaam na zoveel dagen inmiddels goed geacclimatiseerd is aan de hoogte. Mijn tempo is hoog en ik haal de ene na de andere loper in. Midden in de sneeuwstorm is het glibberen en glijden. Zo eigenwijs als ik ben, ga ik gewoon door zonder dat ik mijn stijgijzers aan doe. Ik probeer extra goed te blijven eten om zo in een hoog tempo door te kunnen blijven knallen naar de finish. Dit resulteert dat ik nog lopers van de 330 inhaal. 1 van de lopers schreeuwt mij na “He Luuk, zet hem op!” Het is een loper uit Oostenrijk die mij al langer bleek te volgen.


En dan is het zover.. De laatste afdaling naar Courmayeur. Ik sla de tussenliggende aidstations allemaal over en ga als een speer. De crew moet zich ook ineens haasten tot de finish.


Na een strijd van 112 uur en 16 minuten zet ik als 82ste mijn handtekening op het spandoek. Een race waar ik lang over heb gedroomd is nu in zijn geheel werkelijkheid geworden. Van de 1105 lopers halen uiteindelijk maar 553 lopers de finish in Courmayeur.


Was mijn potje met mentale veerkracht dan echt op?


Ik ben trots op mijzelf en ik heb weer veel nieuwe dingen geleerd en ervaren. Het is bizar dat ik mij vanaf de start van de race mentaal zo ellendig heb gevoeld. Was mijn potje met mentale veerkracht dan gewoon echt op voor dit jaar? Het is ook een druk jaar geweest, o.a. de geboorte van Oos, een nieuwe baan en het finishen van Crossing Switserland 390 wat veel energie heeft gekost. Ik sta er van te kijken dat er dan toch iets is in mijzelf wat mij niet doet stoppen, is dit de steenbok in mijzelf?


We kunnen zoveel meer dan dat we denken!

De TOR is zeker iets specials en dit project is zeker nog niet klaar. Volgend jaar ga ik alles op alles zetten om te rocken bij TOR450!


Ik wil iedereen bedanken die mij in het afgelopen jaar geholpen heeft. En in het special Jess, Bodhi & Oos!


Stay Tuned!




Comments


bottom of page